Watergift aanpassen onder coating
Een coating op het kasdek heeft consequenties voor het watermanagement. Jos Beerens van Grodan vertelt waar de teler rekening mee moet houden.
Het kasklimaat en het gewas beïnvloeden elkaar wederzijds. Licht en temperatuur spelen daarbij een belangrijke rol. Omdat alle coatings invloed hebben op deze twee klimaatfactoren, gaan de planten anders functioneren. Dat is ook juist de bedoeling van de coating. Vervolgens is het logisch om daar bij de watergift rekening mee te houden.
“Het gaat niet om heel grote verschillen, maar de verbetering van het rendement zit vaak in de details: aanpassing van start- en stoptijden van het irrigatie-regime en de lichtintensiteit waarbij je gaat druppelen”, vertelt Beerens, business support manager bij steenwolleverancier Grodan.
Hij ziet dat de invloed van het watergeven als sturingsinstrument nogal eens wordt onderschat. “Coatings die licht weren, maken het gewas vaak vegetatiever. De reactie bij het watergeven moet dan generatieve sturing zijn, bijvoorbeeld door het watergehalte na zonsopkomst wat meer te laten dalen, voordat de irrigatie begint.”
Zonwering
Coatings zijn te verdelen in zonwerende, hittewerende en diffuse soorten. Onder een zonwerende coating, zoals ReduSol, krijgt de plant minder direct licht. “Vooral ’s morgens en ’s avonds tikt dat door”, zegt Beerens. “Het betekent in het algemeen dat de tuinder later moet gaan druppelen dan zonder coating. Belangrijk is dat een solarimeter buiten de kas (die het zonlicht meet) dan niet meer volledig betrouwbaar is als sturingsinstrument. Je moet de lichtintensiteit waarbij je begint te druppelen, hoger instellen of het licht in de kas gaan meten. Een zonwerende coating heeft dus consequenties voor start- en stoptijden van het irrigatieregime en de lichtinstellingen in de computer.”
Hij wijst erop dat het ook goed mogelijk is op het verloop van het watergehalte in de mat te sturen. De reactie van de plant op het klimaat heeft immers direct gevolgen voor de wateropname. Grodan heeft het GroSens systeem ontwikkeld waarbij de teler op meerdere plekken in de kas het gehalte in de matten meet. Meten op één plek is namelijk niet representatief genoeg.
Voorkomen hittestress
Een hittewerende coating, zoals ReduHeat, blokkeert de warmtestraling (infrarood), maar laat het groeilicht (PAR) nagenoeg volledig door. Dat voorkomt hittestress bij het gewas. Beerens: “Je moet er dan rekening mee houden dat het gewas in de ochtend minder snel opwarmt. Het kan nodig zijn dat te compenseren door de inzet van extra buiswarmte. En er is zeker ook aandacht nodig voor de watergift; die komt ’s morgens langzamer op gang. Midden op de dag bij hogere lichtintensiteiten (> 700 Watt) ondervindt de plant onder ReduHeat minder stress en dat betekent dat hij meer water kan opnemen dan zonder coating. Daardoor kun je aan het eind van deze dagen vaak langer doorgaan met druppelen.”
Diffuse coatings, zoals ReduFuse of ReduFuse IR (die tevens hitte weert), zorgen voor een betere lichtdoordringing in het gewas en minder stress. Dat maakt dat het gewas vaak veel actiever is en dus meer verdampt. “De wateropname is dan groter en het is heel nuttig om in de gaten te houden op welke momenten dat doortikt. In het algemeen zul je onder een diffuse coating langer door moeten druppelen. Normaal is er vanaf 15.00 uur minder drain (< 20%) nodig. Maar als het gewas langer actief blijft en de daling in het watergehalte te groot wordt, kun je nog een extra beurt geven.”
Daling watergehalte
Het valt hem op dat teeltadviseurs vaak aan de veilige kant blijven en liever 10% drain te veel adviseren dan nodig is. “Wij kijken meer naar de instraling (drain% = stralingsom dag/100) en de daling van het watergehalte van de mat in de nacht. Het streven is 8 à 10 % daling. Als dat niet lukt, ga je achterhalen hoe dat komt. Ligt het aan te laat stoppen of te vroeg starten? Is het klimaat te passief? En hoe komt dat: door te veel schermen of omdat de buis te snel weggelaten wordt? Elke teler zou zich hiervan bewust moeten zijn en rekening houden met de invloed die de coating heeft. Eigenlijk zouden ook alle adviseurs die op het bedrijf komen, moeten weten dat er een coating op het kasdek zit, zodat ze bij hun adviezen daarmee rekening kunnen houden.”
Tot slot vraagt hij aandacht voor de EC van de voedingsoplossing. Als de plant, om wat voor reden dan ook, minder water opneemt, krijgt hij ook minder voedingsstoffen binnen. “Dan moet je dus de EC aanpassen en kritischer zijn op het afbouwen van de EC op basis van lichthoeveelheid. Het gaat niet om grote fouten, maar om zaken die beter kunnen. Het verloop van het watergehalte en de EC over het etmaal geeft aan of de plant zich prettig voelt, of dat je iets aan moet passen.”