Anne Elings legt uit wáárom gewas beter groeit met meer licht
Een flink deel van het jaar ligt het niveau van natuurlijk licht onder het optimum voor de meeste gewassen. Het licht dat dan extra de kas binnenkomt draagt bij aan een betere productie en kwaliteit, vertelt Anne Elings, plantenfysioloog van Wageningen University & Research.
Fotosynthese is de naam voor een reeks ingewikkelde processen die echter simpel samen te vatten zijn als: de plant maakt suikers uit CO2 en water. Die suikers dienen vervolgens als bouwstoffen voor de plant. Dit proces kost energie en (zon)licht is de leverancier van die energie.
Dan is de vraag welke van deze drie factoren het proces beperken. Elings: “Water heb je in een kas meestal wel voldoende. Dan zijn het CO2-gehalte of het lichtniveau bepalend. Voor beiden geldt: meer is beter, maar tot een bepaald niveau. Bovendien vlakt de meeropbrengst af, voordat dat plateau bereikt is.”
Meer licht in de kas
In de lichtarme periode – late herfst, winter, vroege voorjaar – is het licht de beperkende factor. Als je meer licht in de kas weet te krijgen, is dit vrijwel altijd gunstig. Dit is mogelijk door assimilatiebelichting of door het kasdek te behandelen met coatings die de lichtinval verhogen.
“De voorwaarde is dat er genoeg CO2 in de kaslucht aanwezig is. Wanneer de luchtramen open zijn vliegt een deel weg en kan het gehalte zodanig dalen dat CO2 de beperkende factor wordt. Dit is de reden dat meer licht niet altijd effect heeft. De CO2-dosering moet steeds in overeenstemming zijn met het lichtniveau”, vertelt Elings.
Anne Elings, Wageningen University & Research
Balans tussen temperatuur en licht
Verder is er nog een factor van belang: de temperatuur. “Het lichtniveau bepaalt de hoeveelheid suikers die aangemaakt kunnen worden. De temperatuur bepaalt de vraag van alle groeiende plantendelen naar suikers. Vraag en aanbod moeten met elkaar in overeenstemming zijn. Als je bijvoorbeeld een te grote productie van suikers krijgt in verhouding met de vraag, kan daardoor de fotosynthese afnemen”, vertelt de onderzoeker.
Bij meer licht moet de temperatuur omhoog, maar ook niet te veel want anders stijgt de ademhaling van de plant te veel. De ademhaling is het proces waarin een deel van de suikers ‘verstookt’ worden om energie te winnen voor allerlei herstelprocessen. Dit is nodig om beschadiging en veroudering op te lossen. Bij een te hoge temperatuur in vergelijking met het lichtniveau verlies je eigenlijk aan potentiële productie. Sturen op de verhouding tussen licht en temperatuur is overigens verre van gemakkelijk en hoewel het ter indicatie modelmatig berekend kan worden, hoort bij het tuindersvakmanschap.
Luchtvochtigheid
Het vochtgehalte in de kaslucht heeft daarentegen niet zoveel invloed op de fotosynthese. “Onder hele droge of hele vochtige omstandigheden sluiten de huidmondjes zich meer. Dan komt er steeds minder CO2 naar binnen. Het is zelden zo vochtig in de kas dat de plant niet meer kan verdampen en daarom de huidmondjes dicht doet. Zelfs bij een zeer hoge luchtvochtigheid is de vochtigheid binnenin de holtes van het blad nog hoger, en het verschil daartussen is de drijvende kracht achter de verdamping. Het gevaar van een hoge luchtvochtigheid op de fotosynthese is minder dan vaak wordt gedacht”, vertelt hij. Voor een actief klimaat in de kas kun je als teler wel gedwongen zijn om de luchtramen te openen om wat vocht kwijt te raken. Het blijft altijd zoeken naar de juiste balans tussen het optimale kasklimaat, licht en CO2.
Gratis zonlicht
De vraag is of een beetje extra licht in de winter wel zoden aan de dijk zet. Elings: “Dat is absoluut zo. Je ziet bij een traditionele plantdatum van vruchtgroenten laat in het najaar dat de groei pas op gang komt als richting het voorjaar het licht toeneemt. Al het extra zonlicht is welkom bij een laag lichtniveau. Bovendien is het gratis.”