Waarom diffuus licht werkt
Als je licht verspreidt bij een hoge instraling, stijgt de totale fotosynthese-efficiëntie van het hele gewas. Dat is de belangrijkste reden waarom diffuus licht tot meer productie leidt. Daarnaast draagt vermindering van warmtestress bij aan het resultaat.
Ook zonder dat er sprake is van stress neemt de efficiëntie van de fotosynthese bij hoge lichtintensiteiten af. Dat ligt aan kenmerken van de plant. In een bepaald traject neemt de fotosynthese vrijwel evenredig toe met het lichtniveau. Maar op een gegeven moment zwakt dat af. Dat is te zien in de fotoresponscurve (zie figuur).
Hoe de curve precies loopt is voor elk gewas verschillend, maar het principe is altijd hetzelfde. Er is een steil gedeelte van de grafiek waar de efficiëntie toeneemt bij meer licht, en een afvlakkend deel waarin meer licht steeds minder toevoegt. Op een gegeven moment leidt nog meer licht zelfs tot schade.
Uit oogpunt van productie is het noodzakelijk dat zoveel mogelijk bladeren de fotosynthese uit het steile stuk van de curve vertonen. Betere verdeling van het licht zorgt daarvoor.
Dat is te zien in de grafiek. De hoeveelheid direct licht die op een blad valt, levert aan fotosynthese een bepaalde hoeveelheid suikers op. Als je dat licht diffuus maakt, zal er op de bovenste bladeren minder licht vallen, maar op de onderste juist meer. Hun gezamenlijke fotosynthese stijgt daardoor boven het oorspronkelijke niveau uit. Dat komt omdat de onderste bladeren hoger in het steile stuk van de curve zitten en de bovenste meer naar links, ook richting het steile stuk.
Een tweede positieve effect van diffuus licht is dat het gewas zelf verandert. De capaciteit van een blad wordt bepaald door de omstandigheden waaronder het opgroeide. Zo krijg je zonne- en schaduwbladeren. Doordat bij diffuus licht meer bladeren onder een hoger lichtniveau opgroeien, gaan ze zich meer als zonnebladeren gedragen. Dat wil zeggen: hun fotosynthesecapaciteit stijgt.
Een derde factor die aantikt, is dat – afhankelijk van het soort gewas - het totale bladoppervlak in de kas onder diffuus licht wat stijgt of de bladdikte toeneemt, waardoor het totale assimilatieapparaat dus groeit: er zijn zogezegd meer zonnepanelen om de zonne-energie goed op te vangen.
Vrije radicalen
Diffuus licht geeft met name in de kop een lagere temperatuur. Daardoor daalt de verdamping en hoeft de teler dus minder vocht af te voeren. Bij extreme opwarming kan er echter schade optreden doordat er zogenaamde vrije radicalen gevormd worden. Deze tasten het bladgroen aan. Onder diffuus licht heb je daar minder last van. Dus ook dit aspect draagt bij aan het beter functioneren van de plant.
Een speciaal punt vormt de foto-inhibitie. Dit is het fenomeen dat te veel licht de fotosynthese gaat remmen in plaats van te stimuleren. In plaats daarvan gaat het blad fluoresceren; dat is te meten met een fluorescentiemeter. Onder gewoon glas loopt de fluorescentie snel op bij oplopende instraling. Onder een diffuus dek is dat veel minder. In gewone mensentaal: de plant ondervindt minder stress.
Al deze factoren bij elkaar zorgen voor een hogere productie en een betere kwaliteit onder diffuus licht. Bijna alle soorten gewassen hebben er baat bij.
Meer licht toelaten
Bij lichtgevoelige gewassen – zoals veel potplanten – geeft diffusiteit de mogelijkheid om wat meer licht toe te laten. De teler hoeft immers minder bang te zijn voor licht- en warmteschade. In proeven en in de praktijk blijkt dat hanteren van een hoger totaal lichtniveau de productie en teeltsnelheid aanmerkelijk kan doen stijgen – bovenop de positieve effecten die diffuus licht al geeft. Voorwaarde is wel een goede beheersing van de luchtvochtigheid.